0

Ik moet haar alle dagen vragen

Geplaatst door Johan op 30 maart 2023 in liedbladen, liederen, Over Liefde & Verdriet |


Een lied – nog maar eens – waarbij een liedjesmaker en -zanger beschrijft hoe hij door zijn (kersverse) echtgenote gedomineerd en onheus behandeld werd. Zoals gewoonlijk kunnen we aan die echtgenote niet meer vragen naar haar versie van de feiten!

In de originele versie van The Ramblers is het allemaal rozengeur en maneschijn, maar Van de Veire heeft blijkbaar andere ervaringen!

De swingende melodie van Jacky Bulterman & The Ramblers is niet zo makkelijk te zingen zonder ritmische begeleiding, maar met overdreven mimiek en brede armbewegingen wist de zanger dat wel te compenseren en de aandacht van zijn publiek vast te houden.

Ik moet haar alle dagen vragen

970 [A] A. Van De Veire, Knesselaere [C] Jack Bulterman

Ik ben zo pas nog maar getrouwd,
een vrouw die kan er nog al zagen,
en komde gij al langs de straat,
gij moet er nog al veel verdragen.
En kijkte gij daar dan eens om
dan roept zij u: vuilen hond
Gij hebt er een andere vrouw in het oog!

Ik moet haar alle dagen vragen:
lijde gij geen pijn of smart,
en lijde gij niet aan uw darmen
of hebt gij niet van het zuur?
Elken dag die zelfde mode:
een pot koffie aan haar bed
En is dat nu ook een orde?
En is dat nu ook de wet?
En als er enen hemel zal bestaan
Mag ik daar naartoe gaan
Mieken luistert, het is waar
En elken dag diezelfde woorden:
vuilen bok en steek ’t u op
En ik zou er nu van dolen,
en wat zit er in hare kop.

En komde gij wat laat naar huis
dan moogt gij het nog al gaan horen
Is er dat voor mij een gedruis
gij komt er zeker van de vrouwen
En zo gaat het eerste grof woord
En dan is ’t er boven op
En draai u dan rond gij vuilen rossen hond.

En drinkte gij wat teveel bier,
zij mag het thuis dan ook niet weten.
En maakt gij wat teveel plezier,
ge hebt er thuis dan ook gescheten.
En zo gaat het uit haren mond:
vuile, grote roden hond.
En wat zegt zij voor het laatste: dubb’le zot

Partituur * Ik moet haar alle dagen vragen *
      1. instrumentaal

 Bronnen:
zangwijze: "Een heel klein huisje met een tuintje"
liedblad in MUZ0819 pag. 47 - verz. Roger Hessel
partituur MUZ0455 pag. 226

Tags:

0

Per vliegmachien

Geplaatst door Johan op 23 maart 2023 in cahiers, liedboeken, liederen, Over Leut & Plezier |

In het liedjesschrift van Anna Van Robbroeck vonden we deze tekst:
De melodie werd niet vermeld maar uit het refreintje blijkt duidelijk dat het aloude “Sur l’air du tralala” werd gebruikt.
Dat werd ook bevestigd nadat we de tekst terugvonden in de tiende (!) editie van “Ons Zangboekje”, anno 1935, een uitgave van “Het Katholieke Patronaat”.

Inderdaad, ook “Onze Vader Adam” werd op deze melodie gezongen.

Geen marktzangerslied dus, maar iets voor vrolijke zangmomenten op school of in de jeugdbeweging: er werd vroeger veel en zowat overal gezongen, het culturele leven was niet beperkt tot georganiseerd vertier door professionele aanbieders.

Het is een “kluchtig leugenliedje”, en zoals dat hoort bij het genre wordt aan het begin van het lied bezworen dat het NIET om bewuste leugens gaat…

Per vliegmachien

969 [A] J. Delmot [C] trad. anno 1693

Ik heb onlangs een reis per vliegmachien gedaan,
’k vertel u in vertrouwen hoe het is gegaan:
zo g’alles niet gelooft, zeg daarom niet: ge liegt!
Maar denk dat iedereen zich al ne keer bedriegt.

En zingt van traderidera
En zingt van traderidera
en zingt van traderidera, hopsasa.

Ik stapte voor den eersten keer in Groenland af,
waar men naar landsgebruik een pot vol traan mij gaf.
Ik trok een scheef gezicht, ’t was erger dan azijn!
Maar ’k moest het toch wel drinken om beleefd te zijn.

Ik vloog in snelle vaart over de Noordpool door,
toch voeld’ ik dat mijn bloed tot een klomp ijs bevroor.
Het was maar pas ontdooid toen, aan de Evenaar,
de zon begon te branden loodrecht op mijn haar.

Te NewYork kreeg ik vast een raar toneel te zien:
daar zat haast iedereen lijk ik in ’t vliegmachien,
want als men zo maar woont op ’t vijftigste verdiep,
dan ware’t wel een snul die dat te voet beliep.

In Pisa staat een toren, schoon maar ach zo scheef
dat niemand hem bestijgt zonder hij schrikk’ en beef’
Ik dacht: daar draai ik rond, maar ’t lukte mij zo slecht
dat ik er tegen vloog: daardoor staat hij nu recht.

Hoe ’k zocht de wereld door, ik toch geen land ’n vond
waar de gebraden vogels vliegen in de mond.
Daarom was het besluit van mijne reis op ’t lest:
het spreekwoord blijft toch immer waar: Oost West, thuis best.

Partituur * Per vliegmachien *
      1. instrumentaal

 Bronnen:
In liedjessschrift Anna Van Robbroeck (MUZ0719 pag. 59)
Ook in MUZ0460 "Ons zangboekje" (1935) pagina 77 - auteur J.D.
(J. Delmot - Oud-Inspecteur der Patronaten)
Ook in MUZ0919 "Bloeiende Bloemen, liederboek der Christene Vrouwengilden en Christene Jeugdorganisatie voor Meisjes" (1926) pagina 86

Tags: ,

Copyright © 1967-2023 Wreed en Plezant Alle rechten voorbehouden.
Deze site is gemaakt met behulp van het Multi kind-thema, v2.2, op
het bovenliggende thema Desk Mess Mirrored, v2.5, van BuyNowShop.com