Reacties

Bezoekers van deze website kunnen desgewenst reageren op elke bijdrage en hun bedenkingen staan dan bij het bericht terzake onderaan vermeld.

Hieronder al die reacties samengebundeld in omgekeerde chronologische volgorde, de recentste dus bovenaan. Om de context terug te vinden kunt u klikken op de in rood weergegeven titel van het oorspronkelijke bericht.


  • Van Jan Huyghe op Lied van de Herderin

    Waarde Johan,
    Het lied van de herderin en de jager kon ik in 1976 opnemen uit de mond van mijn nonkel Jef Huyghe (°Wulveringem 1913 – ib. 1990). Hij had een liedschrift (gestart ca. 1935) en zong op familiefeesten. Beroep: landbouwer in Wulveringem.
    Misschien enkele interessante tekstvarianten.

    Jef zingt, 4de strofe, vers 6:
    “’t Is in een koeienstal” en vers 12: “met boerenpap…”

    Strofe 5, vers 5: “En als de liefd’u kwelt…” / vers 9: “want zo een jacht zou u verdrieten” / vers 12: “ja, ’t is verdrietig zo ter jacht te gaan…”

    Op enkele noten na zingt nonkel het lied ook volgens de meegedeelde melodie.

    In mijn eindwerk (1979) beschreef ik de liederen van dit genre als een uitvloeisel van de pastorella.

    Ze herinneren sterk aan het aloude, pastoraal-bucolische genre, meer in het bijzonder aan de pastorella. Die liedsoort heeft zich vooral in de 12de en de 13de eeuw in de Provence en in Noord-Frankrijk (inbegrepen het toenmalige graafschap Vlaanderen) ontwikkeld. Het genre was een reactie op het hoofse canzo van de Provençaalse troubadours. Het canzo bezong in hoogdravende bewoordingen de smachtende liefde van de ridder voor zijn onbereikbare, geïdealiseerde geliefde aan wie hij onbaatzuchtige dienst verschuldigd was. Een verlangen dat compleet lucht was, abstract, virtueel. De dichters van de pastorella staken daarmee de draak. De setting is identiek als in het canzo (natuur, idyllische omgeving, enz.), maar de taal is niet hoofs, veeleer volksrealistisch. Soms op het boertige af en recht voor de raap…
    Andere mansfiguren die in zulke liedjes opduiken zijn “een heer uit de stad”, “een student”, “een rijke koopman”, enz. Ze lopen met hun fijne, vieze maniertjes allemaal blauwtjes op bij het ongekunstelde vrouwvolk van te lande.
    Zo ziet men, denk ik toch, hoe een middeleeuws genre het bij manier van spreken nog heeft uitgehouden (via de mondelinge overlevering) tot ca. de jaren ’20/’30 van de 20ste eeuw.
    Groeten,
    Jan

    Ga naar de reactie
    2018/08/26 at 3:00 pm
  • Van Jan Huyghe op Hoort gij de kanonnen ?

    Beste Johan, gefeliciteerd met deze schitterende site: teksten, toelichting, partituren, uitvoeringen, enz. Wat kan een mens nog meer verlangen…
    Ik mag al 40 jaar zanger zijn van Volksmuziekgroep Sinksenbruid (’t Veurnse) nadat ik daar liederen verzamelde voor mijn thesis “Volksliedonderzoek in Groot-Veurne” (1976-1979) met prof. Stefaan Top als promotor.
    “Hoort gij de kanonnen” (bij mij “De kanonnen”) werd me toen voorgezongen door George Toulouse (°Bulskamp, 13.12.1894) die toen in het rustoord Ter Linden in Veurne verbleef. Hij was heel zijn leven landbouwersknecht, boerenwerkman op diverse hoeven.
    Ik kon het lied opnemen op een feestje voor de bewoners. George, zelf oudstrijder WO I aan de IJzer, zong het uit het hoofd, met wanhopige mimiek en trillende handen.
    Hij had het meegemaakt. Geleerd tijdens de oorlog zelf, zei hij. Detail is dat hij op het podiumpje niet naar zijn toehoorders keek, maar zijdelings naar de tuin links. Omdat hij bijna blind was…
    De print van het liedblad hierboven is een fragment van een vliegend blad dat ik uitgaf in onze beginjaren als groep. Ja, de tekst is wat vervormd, zoals in je commentaar staat, omdat George het uit het hoofd zong, niet alles verstaanbaar was en hij misschien ook al een paar passages had vergeten of zelf veranderd.
    Als ik je daarmee kan helpen zal ik heel de lijst alfabetisch aflopen en kijken of ik misschien hier en daar wat nuttige info kan bezorgen.
    Alvast ook erg bedankt dat Sinksenbruid ook op de site staat.
    We hebben ook twee cd’s, de eerste uitgeput maar van de 2de “Levende vers”, heb ik nog wat exemplaren.

    Ga naar de reactie
    2018/08/25 at 10:55 pm
  • Van ilse landuyt op Liederen

    Goeie morgen, Mijnheer Johan. Ik ben op zoek naar de tekst van het lied over Maria Peeters en Willy Molkau die zich in 1913 van de kathedraaltoren gooiden omdat ze niet mochten trouwen. Ik kan het niet vinden in het register. Dank voor de hulp!

    Ga naar de reactie
    2018/08/20 at 9:46 am
    • Van Johan op Liederen

      Dat lied hebben we niet gepubliceerd. Wel heb ik het aangehaald in antwoord op een reactie van september 2012 bij (deze) pagina Liederen waar ik doorverwees naar de website “Cultureel Brabant” .

      Ga naar de reactie
      2018/08/20 at 10:13 am
  • Van Johan op Ik wou dat ik nog een ketje was

    In een omvangrijk handgeschreven liedschrift van Eugene Koopman (Antwerpen, circa 1917) staat nog een andere variante. Koopman schreef meer dan 500 liedjes over van liedbladen allerhande waarvan we de meeste nergens anders terugvonden … tot nu toe. Waarschijnlijk waren de auteurs te vinden in de vele Antwerpse café-chantants en heeft hij er een aantal uit het geheugen opgeschreven. Zijn tekst van “Ik wou dat ik nog een kindje was” lijkt trouwens een remake van zo’n Antwerpse bard, gebaseerd op wat die zelf had horen zingen door een collega/concurrent en de nieuwe tekst past redelijk goed op dezelfde melodie. Het handschrift van Koopman is niet altijd even duidelijk en bovendien durft hij al eens woorden min of meer fonetisch opschrijven.

    ‘k Wou dat ik nog een kindje was

    Ik kon nog maar pas een zes jaren zijn
    Dan wou ik al zo goed als vader zijn
    Ja ieder kind heeft dat gedacht
    ’t Is iets waar men altijd naar tracht
    Maar nu ik het zijn nu heb ik toch spijt
    Ik denk aan vroeger zo verblijd
    Als ik nog zo heel klein
    eenieders vriend mocht zijn
    Daarom maakte ik dees refrein

    REFREIN:
    Kon ik het nog maar eens herdoen
    Ach wat zou ik het spoedig doen
    Als het toch nog maar eens kon
    Dat dien tijd eens terug begon
    ‘k Zeg dan ook altijd gewis
    Groot zijn dat het niet plezierig is
    En ‘k zeg bij mijn zelven ras
    ‘k Wou dat ik nog een kindje was.

    Ziet eens wat g’allemaal niet moogt doen
    Wat nu in strijd zou zijn met het fatsoen
    Op d’een of d’ander haren schoot
    Zo eens pipi doen, ’t was geen nood
    Zij noemden mij dan kleine lieve snuit
    Mij kussend deden ze mijn hemdeken uit
    ‘k mocht slapen bij de meid
    Toen was dat geen verwijt
    Maar ’t was maar in mijnen jongen tijd

    Ik speelde altijd met de meisjes mee
    Boven op de zolder of stil op den allee
    ‘k Mocht dikwijls slapen bij ons mama
    Als hij de nacht had onze pa
    En als ons meid de grote kuis had gehad
    Kropen wij samen in het bad
    Wij deden gymnastiek,
    Wij maakten paseplastiek
    Ge kunt gaan denken dat was magnifiek

    Al dat plezier dat is ’t nog niet alleen
    Maar last en zorgen g’hebt er dan ook geen
    Ge slaapt zolang ge wilt verdorst
    Ge moet niet werken voor de kost
    G’hebt geen baas of ook in ’t geheel geen wijf
    Ge trekt u niets aan van ’t gekijf
    Men krijgt al wat men ziet
    En allemaal voor niet
    Maar zijt ge groot dan hebt ge veel verdriet

    Ga naar de reactie
    2018/08/08 at 11:32 am
  • Van Johan op De droeve klacht van een deserteur

    Op dezelfde melodie werden o.a. twee oorlogsliederen geschreven:

    • “De stem uit het Oorlogsgraf” (gezongen door Aloïs De Bruyne)
    • “De Spion, de verrader van België” (gezongen door Bertha Rusbach en Mme Ellegiers in Antwerpen en door Victor Bekaert)

    DE STEM UIT HET OORLOGSGRAF

    Stil die gluurden de stralen der maan
    over velden en graven welaan
    waar zij rusten die hier voor ons land
    hun geluk zijn op aarde ontnomen.
    Zij die streden in ’t woedende vuur
    maar daar slaagde hunne laatste uur
    ’t Is te laat wij zijn er niet meer
    smeken wij u teer.

    REFREIN:
    “Aanhoort nog onze stem
    en vergeet niet het lijden van hem,”
    weergalmt uit het graf,
    “wij zijn allen gevallen soldaten.
    Waren wij maar zo blij
    nog als vroeger aan uwe zij.
    Helaas, ja nu is het te laat,
    wie stierven als soldaat.”

    En de graven der helden alleen
    liggen eenzaam in droevig geween.
    Alles is daar omgeven in rouw,
    deze plaats is door elkeen verlaten.
    Maar opeens die weerklinkt ene kreet:
    ene vrouw die het kerkhof betreedt.
    “Hier ligt hij” sprak zij met een gil,
    maar een stem sprak stil:

    En zo zijn er hier vrouwen op aard
    die vergeten hebben alle smart
    van hun man die als slachtoffer viel
    voor de vrijheid van haar en ons allen.
    Maar terwijl zij vergeten hun plicht
    is zijnen blik reeds op haar gericht
    en zij hoorden den galm zo zacht
    in den droeven nacht:

    DE SPION, DE VERRADER VAN BELGIE

    Wat verschijnt er nu weer voor ’t gerecht
    Een mensch als een dier noch zoo slecht
    ’t Is de spion, verrader van ’t land
    Hij verschijnt nu voor zijn euveldaden
    Spioneerde met een laf gedacht
    Hij die koning, land en volk veracht
    Door zijn schuld werd zoo menige vrouw
    Gebracht in de rouw.

    REFREIN
    Verrader van ons land
    Voor uw straf moet men u guillotineeren
    Spioen van den vijand
    G’hebt zoveel menschen doen fusilleeren
    Gij staat nu voor het gerecht
    Hoort die weduwen en wezen, barbaar
    Zij roepen om wraak in het hart
    Ter dood, o moordenaar

    Op een morgen bij het zonnelicht
    Stond een moeder met lijdend gezicht
    Zij aanschouwde voor de laatste maal
    Wijl de zon schijnt over berg en dalen
    Haar man stond geblinddoekt voor haar
    De soldaten die stonden reeds klaar
    Een schot knalde, hij was niet meer
    Wijl de vrouw zonk neer

    Gedenkt nog die verschrikkelijke nacht
    Gij waart bezield met een vreeselijk gedacht
    Een oude vader sleurt gij van zijn bed
    ’t Was om hem naar het gevang te sturen
    Maar een knaapje sprong voor u barbaar
    Het roept uit: gij zijt een verraar
    Maar gij mikte ’t revolver gezwind
    Op het arme kind

    Maar ’t verraad van u hield genen duur
    Gij die staat nu terecht op dit uur
    Het volk roept er met wraak in het harte
    Spaart hem niet hij die kende geen smarte
    Door zijn schuld en zijn vreselijk verraad
    Stierf aan ’t front menig Belgisch soldaat
    Vele burgers zijn gefusilleerd
    Of in Duitschland gekreveerd

    SLOTREFREIN
    Verrader van ons land
    Voor uw straf moet men u guillotineeren
    Spioen van den vijand
    G’hebt zo veel burgers doen fusilleeren
    De rechter spreekt de doodstraf uit
    En het volk roept te samen uit:
    In België bestaat nog ’t schavot
    Maakt de lafaard spoedig kapot

    Ga naar de reactie
    2018/08/02 at 10:16 am
  • Van Johan op Het lied van Landru (1926)

    Over Landru vonden we nog een ander lied, “gedicht en gezongen door Eduard Declerck” (volgens Roger Hessel in “De filosofen van de straat”) op de wijze van “Reviens vers le bonheur” (zie “De droeve klacht van een deserteur“). Het beschrijft de misdaden van Landru zoals de marktzanger ze in de kranten had gelezen.

    HET SCHAVOT VAN LANDRU

    In Parijs was een zeker Landru
    Die bedreef zoveel misdaden nu
    Hij bracht menige vrouwen in schand
    En daarna ontnam hij hun het leven
    Om hun te verleiden weldra
    Lokte hij hun naar zijne villa
    En daarna bracht hij hun ter dood
    Wat een wreedaard groot.

    Refrein:
    Vervloekt gij laffe Landru
    Gij zult sterven op het schavot nu
    Gij hebt te veel misdaan
    Om op aarde hier nu nog te zwerven
    Ach God wat een wreedheid groot
    Elf menschen bracht hij daar ter dood
    Hij heeft hun daarna ook verbrand
    Voor hem wat ene schand

    Als hij hen dan ook had in zijn macht
    En dat hij haar zo ver had gebracht
    Als hij had al hun geld en hun goed
    Deed hij hen van de aarde verdwijnen
    Spoorloos waren zij weg op enen keer
    En men vernam van hun dan niet meer
    In zijn oven wierp hij hun lijk
    ’t is toch ijselijk

    Op een zekeren keer kwam ’t gerecht
    In Landru zijnen kelder terecht
    En zij vonden daar enen plas bloed
    En ook veel verkoolde mensenbeenderen
    Hij werd daar dan genomen vast
    En mede naar het prison gebracht
    Daar loochende hij alles af
    Want hij … (? wou geen straf)

    Nu is hij voor zijn misdaden groot
    Gestorven ja al op het schavot
    En nochtans loochent hij altijd voort
    Dat hij toch gene mensch had misdreven
    Hij werd gebracht voor de guillotine
    Waar duizende menschen stonden te zien
    Nu is hij voor zijn wreedheid groot
    Ja gebracht ter dood

     

    Partituur * Het schavot van Landru *
    1. instrumentaal     

    Ga naar de reactie
    2018/08/02 at 9:52 am
  • Van Rik Adiaens op Het gasthuis

    Ken dit liedje van uit mijn jeugd
    Werd op ieder kermisbal gespeeld
    Ben afkomstig van Leuven

    Ga naar de reactie
    2018/07/31 at 5:28 pm
  • Van Johan op Het lied van Landru (1926)

    De melodie van het lied over Landru – of althans het begin van de strofe en het hele refrein – herkennen we ook in “Slachtoffers van den Oorlog”, gezongen door Albert Bol en Jeanne Horsten (op piano begeleid door Henri Theunisse)

    Volgens het etiket van de 78T-plaat zou het gebaseerd zijn op “Till we met again”
    Dat is allicht de wals “Till we meet again” (1918) (Composed by Raymond B. Egan / Richard A. Whiting). Op plaatopnames circa 1950 is enkel het refrein overgebleven.

    Ga naar de reactie
    2018/06/02 at 3:37 pm
    • Van Johan op Het lied van Landru (1926)

      Ondertussen vond ik de volledige versie van “Till we meet again” op de CD “The Great War 1914-1918” (2013) met “50 original recordings from the First World War Years” als lied nr 38, gezongen door Charles Hart en Lewis James. Het staat onder de liedbespreking als fragment nr. 3

      Ga naar de reactie
      2020/02/10 at 10:02 am
  • Van René Van Horen op "Brusselse Liekes" in beeld

    Wreed en plezant volg ik al een tijdje, Johan is een onuitputtelijke bron als het over marktzangersliedjes gaat; altijd mee om te helpen en zoeken. Emballage Kado was een ontdekking…

    Ga naar de reactie
    2018/05/21 at 2:43 pm
  • Van hottart j.j. op De Loteling

    Ik zoek de partituur van “trek maai go baai a gillei” van remy ray.

    Dank U

    jj.hottart@telenet.be

    Ga naar de reactie
    2018/05/11 at 4:26 pm

Copyright © 1967-2024 Wreed en Plezant Alle rechten voorbehouden.
Deze site is gemaakt met behulp van het Multi sub-thema, v2.2, bovenop
het bovenliggende thema Desk Mess Mirrored, v2.5, van BuyNowShop.com