0

Uitspraak der moord te Wyngene (1909)

Geplaatst door Johan op 2 maart 2023 in liedboeken, liederen, Over Moord & Rampen |

Roger Hessel schrijft in “Roversbenden in Oost- en West-Vlaanderen”:

Op 3 oktober 1909 werd het West-Vlaamse Wingene opgeschrikt door een passioneel drama. Aanvankelijk dacht men aan een bijzonder geheimzinnige en pijnlijke zaak. Hector Vandevoorde en Pharaïlde Lampaert waren amper twee maanden gehuwd toen een drama zich voltrok. Volgens de eerste verklaringen van de echtgenoot was hij omstreeks elf uur in de avond thuisgekomen. Toen hij op zijn vrouw riep en geen antwoord kreeg, rende hij naar buiten waar hij om hulp riep. Toevallig waren de veldwachters op ronde, die op het hulpgeroep kwamen toegesneld. Tot hun ontsteltenis zagen zij het levenloze lichaam van Pharïlde Lampaert met verbrijzelde schedel op bed, badend in haar bloed.
Na tegenstrijdige verhalen aan de speurders over gestolen geld, werd hij enkele dagen na de begrafenis van het slachtoffer aangehouden. Volgens de pers lag het er vingerdik op dat Van de Voorde misschien de moordenaar kon zijn. Er werden namelijk belangrijke verklaringen afgelegd door een jonge vrouw, Helène D. met wie Van de Voorde reeds voor zijn huwelijk betrekkingen had.

Pharaïldis Clemence Lampaert (°04-08-1889) en Hector Joseph Marie Vandevoorde (°03-10-1878)  waren inderdaad op 25 augustus 1909 gehuwd in Pittem maar woonden in Wingene, het geboortedorp van de bruidegom. In de krant “Het Handelsblad” las men op 5 oktober 1909:

Maar op 9 oktober voelt dezelfde krant al nattigheid…


Op 16-17 oktober brengt de krant nog een uitvoerig relaas over het gebeurde: de echtgenoot wordt verdacht maar er zijn geen bewijzen.
Op 28 oktober zijn die er wel en is er geen twijfel meer.

Het lied van Aloïs Van Peteghem moet kort na 28 oktober 1909 uitgebracht zijn.

De zangwijze wordt niet vermeld, maar Roger Hessel vermoedt dat het de favoriete zangwijze van Van Peteghem is, die hij ook gebruikte voor “De moord van Ieper”. Wij volgen zijn veronderstelling.

Uitspraak der moord te Wyngene

966 [A] Aloïs Van Peteghem (?) [C] trad.

1. ’t Jaar negentien honderd en negen
Was Wyng’ne gedompeld in rouw
Daar vond men ontsteld en verlegen
In haar bed vermoord ene vrouw
De man ging dan zelf niet naar boven
Om ’t lijk zijner vrouwe te zien
Zo werd die moord op hem geschoven
Hij werd voor den dader aanzien

2. Wat later werd hij dan gevangen
Door Gerechtsdienaars van de wet
Zoo werd hij tot elkeens verlangen
Te Brugge achter ’t slot gezet
’t Gerecht kwam alles ’t onderzoeken
Waarom hij die moord had begaan
Men onderzocht zelfs zijne boeken
Of er een diefstal was begaan

3. Zijn gezegde kon niet meer baten
Dat hij daar onschuldig aan was
Toen werd hij niet meer los gelaten
Getuigen die spraken zeer kras
Die zaak werd nu laatst opgeroepen
Te BRUGGE voor het tribunaal
De deur van de rechtbank ging open
Den toeloop was groot in de zaal

3b. Nooit heeft hij die vrouwe bemind
Hij was op een ander gezind
Zoo bezeten door het Kwaad
Dacht hij op een misdaad
Hij was op zijn vrouwe gestoord
Zonder reden pleegde hij moord
Nu zit hij in het gevang
Voor g’heel zijn leven lang

4. Daar hoort men getuigen verkonden
Dat hij op speelreis enen brief
En ook nog Goudwerk heeft gezonden
Dit alles al naar een oud lief
Van die grote reis ’t huis gekomen
Ging hij bij zijn oude vriendin
Zijn vrouw heeft dat alles vernomen
Dat trof haar het hart en de zin

5. Eens was zij naar haar huis getreden
Hij zond haar nen brief onverwacht
Daar schreef hij in, ik heb nu reden
Te scheiden; dat is mijn gedacht
Ja, Gij hebt mij laflijk bedrogen
Zeker zo een vrouw wil ik niet
Maar dat was oneerlijk gelogen
Die vrouw miek daarin veel verdriet

6. Na ’t pleidooi van zijn advokaten
Ging de jury dan in beraad
Voor hem kon er nu niets meer baten
Elk dacht hij heeft die moord begaan
Zijn straf werd hem dan afgelezen
De stilte in de zaal was groot
En zo werd hij aldaar verwezen:
zij luide voor hem tot ter dood

6b. Gij kondet gelukkig leven
Al zonder tegenspoed
Uw vrouw had niets misdreven
Zij leefde braaf en goed
Gij bracht haar zonder reden
Zo vreeselijk ter dood
De straf die g’hebt op heden
Is waarlijk niet te groot.

Partituur * Uitspraak der moord te Wyngene *
      1. instrumentaal

 Bronnen:
zangwijze: "Moord te Ieper"
in "Roversbenden in Oost- en West-Vlaanderen (Roger Hessel) MUZ0945 pag. 91
Krantenartikelen in "Het Handelsblad" van 5 tot 28 oktober 1909.

Tags:

Plaats een antwoord

HTML-code is niet toegestaan (pech voor SPAMmers)

HTML-code niet toegestaan
Form filling spam bots are redirected to the FormSpammerTrap.com web site.

Loading...

Verstuur uw reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Copyright © 1967-2024 Wreed en Plezant Alle rechten voorbehouden.
Deze site is gemaakt met behulp van het Multi sub-thema, v2.2, bovenop
het bovenliggende thema Desk Mess Mirrored, v2.5, van BuyNowShop.com