Nen dief in huis
Op dezelfde melodie als het Tamboer-lied “Als gij maar poen bezit” kregen we dit verhaaltje toegestopt na een optreden bij een OKRA-afdeling. We vonden het eveneens terug in ons archief op een marktzangersblaadje van Jaak Van Gestel.
Het hoort in het “kluchtige” genre en beschrijft de lotgevallen van een zeer naïef koppel ouders die denken dat de geluiden die ze uit de kamer van dochter Katrien horen komen niet anders dan afkomstig kunnen zijn van een inbreker…
De toehoorder weet al vanaf de eerste strofe dat er iets heel anders aan de gang is; de dochter laat haar ouders wijselijk in hun geloof.
en hun dochter Katrien
komt door het venster gapen
‘t was om haar lief te zien.
Eindelijk kwam haar ventje,
Katrien sprak met een zucht:
doe stil het venster open
en maak toch geen gerucht
Moeder riep met gedruis:
daar is nen dief in huis!
‘t Is op de kamer van ons Katrien,
vader, sta op, ga ne keer zien!
Z’hoorden steeds een gerucht,
gekraak en een gezucht,
moeder viel flauw met een gedruis:
daar is nen dief in huis!
Vader sprong uit zijn bedde,
nam seffens zijn geweer
en hij liep in zijn hemdje
altijd maar heen en weer.
Bevend van schrik, zo riep hij:
“Al is hij nog zo groot,
is het nen dief verdekke,
ik schiet hem seffens dood.”
Vader sloop naar de kamer
waar zijne dochter sliep.
“Katrien, wat is er gaande?
Hebt gij nen dief gezien?”
“Een tijd geleden, vader,”
sprak er het meisje luid,
“maar met lawaai te maken
sprong hij het venster uit.”
![]() |
Partituur * Nen dief in huis * |
![]() |
1. instrumentaal
|